longgrenzen
ondergrens: lijn van tuber coxae tot een handbreedte boven 't olecranon
achtergrens: 16e rib
ondergrens: lijn van processus transversus van L2 naar het olecranon
achtergrens: 11e rib
N.B.
1. Het rund heeft 6 lumbale wervels, de 6e is NOOIT te palperen (ligt mediaal van het tuber coxae), de 1e soms wel / soms niet. Aangezien je dit laatste nooit zeker weet, begin je vanaf de achterkant te tellen, dus vanaf 't tuber coxae naar craniaal. Het eerste -palpabele- transversaal uitsteeksel hoort bij L5, vanaf daar tel je door naar craniaal, T4-T3-T2
2. Bij vergelijking van de longgrenzen paard/rund valt op dat de ondergrens bij 't rund veel steiler is (paard heeft 18 ribben, rund 13)
3. Merk op dat het rund een IDEAAL anatomie-dier is. Je ziet van een afstand al vele botten uitsteken, heel handig voor de oriƫntatie op e.e.a. Vergelijk dit met het meer bespierde paard.
Maak jouw eigen website met JouwWeb