hond

  

Bekijk de kop en schedel van een zg. brachycephale (=kortschedelige) hond. Dergelijke honden hebben regelmatig:

  1. 1. benauwdheidsverschijnselen, tevens maken zij snurkende geluiden
  2. 2. problemen met voedselopname, en voedselverwerking in de mond
  3. 3. tranende ogen
  4. 4. problemen bij de bevalling
  5. 5. hersenverschijnselen (niet speciaal de engelse bulldog, zie ad. 5.)

E.e.a. valt te verklaren vanuit de anatomische bouw, zoals te zien is op de beide foto's:

ad 1.  De neusopeningen zijn te krap door " naar binnen gevouwen" neusvleugels, de hele bovenkaak is veel te kort en "als een harmonica  inelkaar gevouwen" en daarmee dus ook de neusholte. Het zachte gehemelte heeft wel de normale lengte maar niet de normale ruimte (daardoor ineen gerimpeld) en is dus relatief te lang en flappert in de keelholte voor de ingang van de trachea (= luchtpijp), en de trachea zelf is ook vaak te nauw aangelegd. Genoeg redenen dus voor benauwdheid en snurkende geluiden. Voor de dierenartsasistente is het van belang dat ze dergelijke honden (maar ook katten met korte scheldels zoals b.v. perzen) extra goed in de gaten houdt tijdens en na een anaesthesie en de tube niet te snel eruit haalt! 

ad 2. Door de te korte bovenkaak is de hond een zg. "onderbijter" en sluiten tanden en kiezen van boven-, en onderkaak, niet naar behoren op elkaar aan, waardoor voedselopname én snij-/kauwfunctie is verstoord. De hond, van oorsprong een vleeseter, heeft een zg. secodont gebit (dwz gebitselementen behoren het vlees te snijden/knippen). Ook ontbreken regelmatig gebitselementen of staan ze gedraaid in de kaak wegens ruimtegebrek. De lippen sluiten niet op elkaar aan en vaak past de tong niet in zijn geheel in de mondholte, waardoor de honden kwijlen en dus speeksel verliezen.

ad 3. Vanuit de middelste ooghoek loopt een traanbuisje (de zg. ductus nasolacrimalis) naar de neusholte, dit is belangrijk om 't traanvocht (dat continu door traankliertjes wordt gevormd, om 't oog vochtig te houden) vanuit de ogen af te voeren. Bij brachycephale dieren is ook dat buisje "als een harmonica" gevouwen, en dus vaak niet of onvoldoende passabel voor vocht. Regelmatig komt het ook voor dat de traanbuisjes, of de toegangen ertoe (per oog 2), niet of onvolledig zijn aangelegd, of raken ze verstopt en ontstoken. Dit alles leidt ertoe dat het traanvocht over de ooglidrand naar beneden loopt en daardoor raakt de huid ter plaatse ontstoken, zeker ook tussen de huidplooien, waar de huid sowieso al snel smet.

ad 4. Praktijkvoorbeeld uit eigen ervaring:

Op het spreekuur, in "het" Rivierenwijk in Utrecht,  kwamen twee rijk getatoueerde mannen (type "kleerkast") met twee franse bulldogjes, een teefje en een reu, met het verzoek of ik de teef via KI wilde bevruchten. Op mijn vraag of de reu dat zelf niet af kon, werd mij verteld dat hij dat idd niet kon, omdat hij "er van benauwheid al bij neerviel voordat HET gebeurd was" (ten overvloede werd er nog bijverteld dat de eigenaar het toch vaak genoeg had voorgedaan Schamen). Enfin, aan de vraag werd voldaan en jawel, de teef bleek drachtig te zijn geworden, want na 9 weken werd ik 's nachts uit bed gebeld om een sectio (=keizersnede) te doen, omdat de pups er niet uit konden. De schedeltjes van brachycephale honden zijn vaak relatief te groot om het geboortekanaal (bekken) van de moederhond te passeren (kijk naar de schedel hierboven, dan kan je het je voorstellen). Onnodig te vertellen dat dergelijke rassen in de natuur natuurlijk allang uitgestorven zouden zijn.

ad 5. Syringomyelie (bekend bij o.a. de Cavalier King Charles spaniël) is een afwijking waarbij de hersenen relatief te groot zijn voor de hersenholte, en daardoor puilen de hersenen uit richting het wervelkanaal. Ten gevolge daarvan kunnen ernstige pijnen, gedragsproblemen e.a. hersenverschijnselen optreden.

Of het verstandig is om dergelijke brachycephale dieren te fokken is een heel andere discussie, die we hier buiten beschouwing laten!